Dag 1, Top Becca di Viou (2.856m) en overnachting Bivacco Penne Nere (2.730m)
Wanneer we in het berggebied van Valpelline aankomen is het middernacht. We proberen een paar uurtjes te slapen in de auto en laten deze vervolgens achter in het bergdorpje Valpelline (960 m) op een kleine parking. Rond zes uur in de ochtend gaan we op pad. Na een flinke beklimming door het bos, komen we op een wat breder kiezelpad. Na enkele uren stevig doorstappen komen we uit op een hoogvlakte uit op zo’n 2092 meter. Op dat punt kijken we tegen een enorme bergwand aan. We zien een waterval en een rotswand, maar geen pad!!!! Echter niets is minder waar en er kronkelt zich een paadje tussen de rotsblokken door. Na een dik anderhalf uur klauteren (wandelen kunnen we het niet meer noemen) kwamen we eindelijk uit bij een mooi bergmeertje van Arpisson op 2480m. Een aangename plek om even te pauzeren. Op deze hoogte is het echter behoorlijk koud deze dag en dus bleven we niet lang stil zitten. We vervolgden onze beklimming over grote rotsblokken naar boven. We klimmen (nu minder steil) verder over de laatste hellingen tot de col di Arpisson (2698 m). En er leek geen einde aan dit pad te komen totdat we eindelijk bij de Colle di Viou uitkomen. Onze eerste colle! Dit voelde als een overwinning met een magnifiek uitzicht over het Aostadal en de immense bergen eromheen! Een aangename hut Bivac Nerre op 2730 m maakte het plaatje en onze dag compleet!

We hebben hier verder een enorm uitzicht op de bergen rondom de Mont Emilius en Grivola en op de bergen van het Valpelline.

Ook lopen we nog een stukje richting de top van de Becca di Viou (2856 m). Dit is in ongeveer twintig minuten over de kam te bereiken. Het uitzicht naar het zuiden en westen – Gran Paradiso, Rutor en Montblancmassief met diep beneden als miniatuur opgebouwde stad Aosta – is hier indrukwekkend.

Vertrekpunt Valpelline (960 m)
Top (2856 m)
Hoogteverschil: 1896 m omhoog (!!!)

Dag 2; Col di Fouillou (2437m) en Bivacco La L’liée (2422m)

De tweede dag vertrekken we vanuit Bivacco Penne Nere en dalen we eerst af om vervolgens de Col di Fouillou te nemen. Het is een ruig en nauwelijks bekend pasje, hoog tegen de berg op en een behoorlijk eind van de bewoonde wereld af. De oversteek van het colletje is een mooi voorbeeld van het soort bergwandeling dat we hier in het Valpelline mogen verwachten: veel stilte, een fantastische bergwereld en een ruige route die door het aanzienlijke hoogteverschil een behoorlijke inspanning vereist.
We bereiken de col di Fouillou (2437m), een smal pasje waar je net met een groepje mensen kunt zitten. Na de oversteek gaat het pad flink omlaag.

Hoog in het ValVerzignolette ligt het Bivacco La L’liée. Het mooie, houten, praktisch ingerichte hutje staat pal onder de Col d’Arpeyssaou en heeft bij helder zicht een hartverscheurend uitzicht op de Mont Blanc en de Mont Vélan. Het is een bijzondere tocht richting de hut door een stil en wondermooi gebied. Naast de hut is heerlijk koud stromend water.

Als wij bij deze hut aankomen is er slecht één ander stel aanwezig. Het is er werkelijk heerlijk vertoeven en ook hier weer is de hut van alle gemakken voorzien.

Vertrekpunt Bivacco Penne Nere (2730m)
Eindpunt Bivacco La L’liée (2422m)
Hoogteverschil: 1150 m omlaag, 850 m omhoog

Dag 3; van Bivacco La L’liée (2422m), via Colle de Vamea (2590m) n Bivacco Rosaire e Clermont (2700m)
en verder door via Colle di Chaleby(2700m) en Col du Salvè (2569m) n Rifugio Cuney.

Vanuit Bivacco La L’Liée is het nog maar 72 m stijgen tot aan de Col d’Arpeyssaou. Een fijn begin van de dag. Even stevig doorstappen en je bent er en hebt gelijk de warming up voor de dag te pakken. We stappen dan ook gelijk stevig verder in de richting van het kleine bergdorpje la Tsa. Bij la Tsa (2317m) moeten we echt even zoeken. Het bruggetje dat er was, heeft de laatste wilde stroming zo te zien niet overleefd en dus steken we zelf de rivier door. Er is géén andere optie. Dus schoenen uit, sokken uit en zo snel mogelijk door het ijskoude water naar de overkant.
Eenmaal daar zoeken we een lekker plekje op in het gras. Er staat ons nog een pittige beklimming te wachten.

We laten la Tsa achter ons en buigen om het massief van la Gran Couta heen in de richting van Colle di Vamea. Het terrein wordt een bepaald moment ruig. Heel ruig. Grove kiezel en een stijle helling maken de tocht pittig. Maar voldaan staan we bovenop Colle di Vamea (2590m).

We vervolgen ons pad richting l’Ardamun. Een ander klein gehuchtje op 2206m, van waar we op de meer bewandelde route komen richting Bivak Rosaire e Clermont. We treffen er een wandelaar die een pauze neemt. Eigenlijk zou dit de eindbestemming zijn voor vandaag, maar we beslissen al snel om verder te gaan. Het is mooi weer, het is nog vroeg op de dag en we hebben nog wat energie in het vat. En dus gaan we naar een korte pauze weer verder.

Het eerste deel van deze volgende etappe loopt in oostelijke richting naar de Col de Chaleby (2683 m), een klein pasje pal voor de veel belangrijkere Col de Salve. We steken de pas over, passeren enkele vennetjes en slaan dan linksaf. Het paadje loopt onder de steile rotsen door naar Rifugio Cuney (2656 m) en het daarnaast gelegen oratorium, een bedevaartsplaats waar begin augustus duizenden gelovigen bijeenkomen.

Het laatste stuk van deze route is druk. Maar het is dan ook rond het tijdstip dat de dagjesmensen terug keren van de hut. Wij gaan echter omhoog en laten groepjes mensen weer achter ons. We komen tevreden aan bij deze mooie hut en nemen een kijkje in de naastgelegen kapel. Tevens genieten we er van een heerlijke maaltijd en een lekker koud biertje. Dat gaat er nu wel in!

Vertrekpunt Bivacco La L’liée (2422m)
Hoogste punt (2789m)
Hoogteverschil:
Tijdsduur:

Kaartje dag 3

Routeprofiel Dag 3

Riffugio Cuney (2652 m)

Bivacco Luca Reboulaz (2590 m)

Dag 4; van Rifugio Cuney (2652m) via Col Terray (2775 m),Bivacco Luca Reboulaz (2590 m) en Colle Livournea (2858m) naar Rifugio Prarayer (2005m)

Vandaag hebben we onze plannen helemaal omgegooid. Gisteren hebben we een behoorlijke etappe gelopen en we zijn daarom van plan om vandaag ook verder door te pakken en een lange etappe te nemen. We gaan vanuit Rifugio Cuney eerst richting Col Terray (2775m) en vervolgen onze route naar Bivak Luca Reboulaz.
Deze hut ligt prachtig aan een aantal meertjes en we komen er een aantal trailrunners tegen. Bij ons op dat moment nog niet zo bekend, maar hier in Italië al heel normaal!

Bij de hut maken we een lekkere warme lunch klaar en genieten we volop. Na deze pauze gaan we behoorlijk pittig omhoog. en gaan we naar Colle Livournea (2858m). Op de kaart aangegeven als lastige route en dat klopt ook wel. Grote blokken puin maken het lastig, maar langzaam en zeker worstelen we ons door het puinveld en over laatste restjes van sneeuwvelden heen. Het is een lange en pittige afdaling en we zijn dan ook blij als het Lac di Livournea op 2374m hoogte in zicht komt. Vanaf hier wordt het pad ook gemakkelijker en lopen we via een prachtig gelegen hoogtepad met uitzicht op het stuwmeer Lago di Place Moulin verder door in de richting van Rifugio Prarayer.
Het hoogtepad is gemakkelijk en vrijwel vlak. Het uitzicht fenomenaal. Eenmaal bovenaan de bosrand, wacht ons dan wel nog een lange, bosrijke afdaling. Het pad slentert zigzaggend omlaag en er lijkt dan geen einde aan te komen. Eenmaal beneden is de tocht snel voltooid en zijn we zo bij Rifugio Prarayer. Deze hut is erg druk, maar daardoor ook wel weer erg gezellig. We verheugen ons op een douche, maar deze is helaas ijskoud. Zo koud, dat het ons niet echt lukt te genieten. Dan maar een stevige warme maaltijd en wederom een heerlijk verkoelend biertje.

Kaartje dag 4

Kaartje dag 4B

Routeprofiel Dag 4

De dag daarna lopen we enkel nog langs het stuwmeer tot aan de grote parking. Hier mogen we mee liften met een stel Italianen, die ons fijn terug afzetten bij onze auto.

Die dag rijden we naar Aosta om een dagje te relaxen en te genieten van al het lekkers dat Italië te bieden heeft.

Dag 6; v Parking Pont naar Riffugio Chabod (2710m)

Vandaag bereiden we ons voor op de finale beklimming van de Gran Paradiso.
We beginnen de ochtend ontspannen. In de loop van de dag vertrekken naar de Parking in Pont en vanaf daar starten we onze etappe naar Riffugio Victor Emanuelle II en vervolgens verder door naar Riffugio Chabod.

In de hut gearriveerd krijgen we specifieke instructies voor morgen. Samen met de gids van Retour Adventures wordt het “attack plan” besproken. We maken kennis met de rest van ons groepje.

Deze dag sluiten we af met een diner in de riffugio. We gaan vroeg naar bed en zullen héél vroeg worden gewekt voor onze top beklimming morgen!

Kaartje dag 6

Routeprofiel Dag 6

Dag 8; Van Chabod , top Beklimming Gran Paradiso (4061m)

Het moment is aangebroken! De beklimming van de Gran Paradiso. Om half vier hebben we ontbijt en het plan is om rond vijf uur te vertrekken. Een uurtje later zullen we al bij de grote gletsjer van Gran Paradiso arriveren. We voorzien ons zelf van pickel en stijgijzers. Daarna starten we de fantastische klim op de gletsjer en zullen grote scheuren in het ijs en kloven passeren. Twee uur zullen we over de schouder van de Gran Paradiso klimmen. Het laatste stuk is handen en voetenwerk dat ons tot bij het Madonna beeld op de top moet brengen. Een geweldige ervaring moet het zijn op de hoogste berg in Italië en een fenomenaal uitzicht over alle andere hoge Alpen waaronder de Matterhorn en de Mont Blanc. Na een kort verblijf op de top zullen we terug afdalen naar Rifugio Chabod. Na een korte pauze dalen we nog verder af en zullen we terugkeren naar het Basiskamp van Retour. Deze avond sluiten we af met het diner bij Retour. En die zelfde avond rijden we nog terug naar huis.

Info Gran Paradiso en omgeving

VAL D’AOSTA

Het Val d’Aosta/Vallee d’Aoste is een grote, brede vallei in het noordwesten van Italië. Het Val d’Aosta vormt het kerngebied van de Alpen: rondom liggen de beroemde en grote massieven van de Monte Rosa, Mont Blanc, Grand Combin en Gran Paradiso. In en direct rondom het dal liggen ongeveer 35 vierduizenders, waaronder de Mont Blanc, Matterhorn, Dufourspitze en Gran Paradiso. In het noorden ligt het prachtige Valpelline.

Voor onze hike hebben we gekozen voor de volgende gebieden:

VALSAVARENCHE

Het Valsavarenche is een smal zijdal van het Val d´Aosta in de Noord-Italiaanse Alpen en ontsluit de Gran Paradiso en de Grivola (3969 meter). Het dal is noord-zuid geörienteerd en er liggen enkele kleine dorpjes zoals Eau Rousse, Pont en Introd. Het Valsavarenche begint bij het dorpje Introd op ongeveer 600 meter hoogte, maar je rijdt pas de gemeente Valsavarenche binnen vanaf Chevrere. Vanaf Introd slingert de weg steil omhoog. Dit eindigt pas bij het gehucht Pont, op ongeveer 2000 meter hoogte. Het dal is in de winter vrij gevoelig voor lawines. Het Valsarenche is helemaal vrij van skiliften en wintersport, dankzij de ligging in het Nationaal Park Gran Paradiso. Ook zijn er nauwelijks lawine-galerijen of lawine-hekken, waardoor in het voorjaar de sporen van lawines door het dal goed te zien zijn.
Bij Introd heerst nog een droog Middellandse Zee-klimaat, boven in het dal bij Pont heerst een hooggebergte-klimaat. Door deze grote verschillen is er een grote verscheidenheid in flora en fauna en is het dal erg ruig. In het Nationaal Park Gran Paradiso leven nog honderden gemzen, steenbokken en diverse soorten beschermde vogels. Helaas is het Park de laatste jaren nogal aan verandering onderhevig, vooral door de warme zomers. De gletsjers zijn in record tempo terug getrokken, waardoor er meertjes ontstaan op plekken waar ze eerst niet bestonden, of waar eerst ijs lag.

VALPELLINE

Het Valpelline is een zijdal van het Valle d´Aosta, richting de Grote St. Bernard-pas. Het Valpelline wordt ook wel het vergeten dal genoemd, gelegen onder de beroemde toppen van de Grand Combin aan het begin van het dal (zijdal van Ollomont) en de Dent d´Hérens helemaal aan het einde van het dal op de grens met Zwitserland. In deze noordoosthoek van het Valpelline begint vanuit de Dent d´Hérens en de Matterhorn een smalle bergrug die naar het zuidwesten loopt. Deze bergrug vormt de afscheiding met het Valle d´Aosta aan de zuidzijde en het Valtournenche aan de oostzijde. Centraal gelegen op deze bergrug zijn de Monte Faroma (3073m) en de Becca de Luseney (3504m).
Aan het einde van het dal, aan de voet van de Dent d´Hérens ligt op een hoogte van 1994m het stuwmeer van Place Moulin (Diga di Place Moulin). Vanaf hier loopt tevens een (zeer zware) route naar Arolla in Zwitserland, waarbij diverse gletsjers getraverseerd moeten worden en grote hoogteverschillen overwonnen moeten worden.
Het Valpelline is één van die Alpendalen die nog niet ontdekt zijn door het massa-toerisme en waar de oude sfeer nog grotendeels bewaard is gebeleven. De laatste jaren wordt het gebied wel steeds populairder en is het dal vooral populair bij klimmers.

NATIONAAL PARK GRAN PARADISO

Het Nationaal Park Gran Paradiso (Parco Nazionale del Gran Paradiso) is het oudste nationale park van Italie en werd in 1922 opgericht.
Het ligt in de Grajische Alpen, in het noordwesten van het land, ten zuiden van Aosta en niet ver van de Mont Blanc.

De hoogste top van het gebied is de gelijknamige 4061 meter hoge Gran Paradiso. Het gebied omvat verschillende dalen die bijna allemaal in noord-zuidriching lopen. De berg is sterk vergletsjerd, de vier grote gletsjers zijn: de Ghiacciaio del Gran Paradiso, Ghiacciaio di Moncorvè, Ghiacciaio di Noaschetta en de Ghiacciaio della Tribolazione. Het gebied ligt op de grens van de Italiaanse regio’s Valle d’ Aosta en Piemonte. De Gran Paradiso is tevens de hoogste berg die geheel in Italie gelegen is.

Gran Paradiso was het laatste gebied waar de alpensteenbok in het wild voorkwam, totdat het dier weer in andere natuurgebieden in de Alpen werd uitgezet. Ook komen er in het gebied gemzen voor.

Hutteninformatie

RIFUGIO CHABOD (2750m)

De voorlaatste nacht van onze trekking, zullen wij overnachten in Rifugio Chabod.
Rifugio Chabod ligt op maar liefst 2750m! De hut is gelegen aan de voet van de Gran Paradiso.
We zullen deze hut in alle vroegte moeten verlaten, om ongeveer zes uur later de top te bereiken!

BIVACCO PENNE NERE (2730m)